Gezwijnd
– dinsdag 28 mei 2020 –
Terugkijkend is de Eenzame Opsluiting goed bevallen, want tijd te over voor van alles en nog wat.
In de tuin simpelweg genieten. Goddelijk lekker koken én eten en dat niet een, maar tweemaal per dag. Boswandelingen binnen de toegestane kilometer rond het huis. Volop aandacht voor de natuur. Met het lome gesjirp van krekels op de achtergrond overleggen hoe wij de zoektocht naar een huis straks gaan voortzetten.
De uitkomst van dat overleg is dat we over onze aversie tegen Franse makelaars heen stappen. Een flink aantal van hen mailen we dan ook, in ons meest keurige Frans, om een afspraak te vragen. Gemiddeld neemt een op de acht de moeite te reageren. Van meerdere kanten voorspeld stelt dit toch teleur. Behalve van het ene Nederlandse makelaarskantoor komen alle reacties van Nederlanders in dienst van lokale makelaars. Vlak voor het einde van de Eenzame Opsluiting besluit ik enkele makelaars die niet reageerden te bellen. Prettige gesprekken, die stuk voor stuk een bezichtiging opleveren.
Intussen is het donderdag en zitten de eerste twee weken huizen bezoeken erop. Een hartverwarmende meevaller: twee dames uit het dorp hebben een huis voor ons gezocht én gevonden. De eigenaar ervan moet nog worden overtuigd het te verkopen, maar dat zou een kwestie van tijd zijn. Afwachten maar!
Gisterenochtend vroeg, de wandeling met Pluto. In het bos zie ik een tweede hond. Van veilige afstand volgt hij onze bewegingen. Na een halfuur lijkt de meeste schroom overwonnen en komt hij dichterbij. Het is een grote en magere Beauceron, gekruist met iets als een Drentse patrijshond maar dan op z’n Frans. Maar vooral is het een aandoenlijke slungel. Hij draagt het soort oranje halsband waarmee we afgelopen winter meutes jachthonden zagen, compleet met “track & trace”. In de jacht moet u weten, dragen honden een zender.
Terwijl Slungel zich laat aanhalen bel ik het op de halsband geschreven nummer. Een door het telefoonbedrijf ingeblikte dame vertelt dat dit nummer buiten gebruik is gesteld. Voor het dier is de lol er intussen alweer af; zonder te groeten verdwijnt hij tussen de bomen.
Maar eenmaal thuis klinkt na een tijdje een voorzichtig “woef” achter de voordeur. “Marianne, dit is Slungel” stel ik beiden aan elkaar voor. Het dier stapt over de drempel en Marianne kijkt hem aan met een blik die mij bekend voor komt. Liefde op het eerste gezicht en ook dit keer is het wederzijds.
De idylle wordt wreed verstoord wanneer er iemand aan de deur klopt. Het is de eigenaar, met in zijn vuist geklemd een peilapparaat dat piepend en knipperend de exacte locatie van zijn hond toont. Of we de zender niet hadden gezien, wil hij weten. Hij lijkt zich af te vragen waarom wij zo dom zijn om zijn van “track & trace” voorziene hond mee te nemen. Hoofdschuddend rijdt hij het erf af met ons bezoek achterin de auto. Dag Slungel!
Tegen middernacht lopen Pluto en ik de laatste wandeling. Het karrenspoor op, Pluto in het linker- en ik in het rechter spoor. Bijna bovenop de heuvel trekt Pluto mij mee naar links en blijft staan. Zonder duidelijke reden knip ik de zaklantaarn aan en op hetzelfde moment gebeurt het. Vlakbij komt iets groots en zwarts met hoge snelheid op ons af en dendert op niet meer dan een handbreedte voorbij. In het licht van de zaklantaarn zie ik nog net iets dat een lichte vlek op de kop van een groot dier lijkt. Het gaat zó snel dat er nog geen tijd is om te schrikken. Ik hoor mezelf schelden, terwijl het tot me door begint te dringen dat Pluto me net op tijd wegtrok.
Pluto herstelt zich, wil de achtervolging inzetten, maar is gelukkig aangelijnd. Terug naar huis nu, terwijl de schrik begint te komen. Ik vraag me af wát dit was. Een ree of hert is uitgesloten, dit bewoog volslagen anders. Het stormde met laaggehouden kop vooruit. Niet zoals een hert, eerder als een hond – al overtrof de breedte die van een Mastiff en veel bredere honden bestaan er niet. En dan de hoogte, zeker die van een Ierse Wolfshond, dus zo’n tachtig centimeter. Dat het dier zwart leek zegt niks. Het is aardedonker, alles lijkt dan al gauw zwart. Ik heb in ieder geval iets te vertellen wanneer we thuiskomen.
Vanmorgen vroeg, de wandeling met Pluto. Door het bos lopend een mooi moment om alles te overdenken. Er is hier veel wild, reeën vooral, maar ook wilde zwijnen en herten. De wolf komt hier, in tegenstelling tot de lynx, maar sporadisch voor. Het formaat van dit dier laat maar één mogelijkheid open. Het moet een zwijn geweest zijn. En die lichte vlek op de kop? Mogelijk zijn “houwer” (slagtand).
Ik kies een andere route dan gewoonlijk, langs de plek waar Marianne en ik ooit een droom van een huisje tegen de bosrand zagen. Wanneer we het passeren, groet de eigenaar vanuit zijn groentetuin. Verbaasd kijken hij en ik elkaar aan, het is het baasje van Slungel. We raken in gesprek, waarbij hij vertelt over zijn vroegere werk als onderhoudstechnicus bij de spoorwegen. Als vanzelf komt ons gesprek op zaken die ik niet uit mijzelf zou durven aanroeren: de pensioenleeftijd in Frankrijk, de EU, politiek, stakingen, vakbonden, religie. Het valt me op dat hij goed te volgen is en dat ik, zij het met horten en stoten, in de nieuwe taal beter dan ooit uit mijn woorden kom. Wanneer we thuiskomen is dat anderhalf uur later dan gebruikelijk.
Vanmiddag verlaten we onze comfortzone en doorkruisen Dordogneshire. Het laaggebergte gaat langzaam over in een zacht glooiend landschap, veeteelt maakt plaats voor wijnbouw, die nog verder zuidelijk weer plaatsmaakt voor graan- en zonnebloemvelden.
Eymet, waar we stoppen om brood voor de picknick te kopen, blijkt een prachtig bastidestadje. In de buurt hebben we afgesproken met een Nederlandse makelaar in Engelse dienst. Zij geeft ons het adres van wat een betoverend huisje lijkt. Simpel, wat klein misschien, maar volkomen vrij gelegen met een grote tuin met veel mogelijkheden. We gaan kijken (zie de video) en voelen ons er meteen thuis.
Op de terugweg spreken we af nog even extra hard te zoeken naar een droomhuis in de heuvels van ons oorspronkelijke zoekgebied. Maar mocht dat niets opleveren, dan hebben we vandaag ons nieuwe huis gezien.
Martijn