Pittoreske verwaarlozing
– woensdag 26 februari 2020 –
Het weer is plotseling omgeslagen, zomaar van zwoelig voorjaar naar zompige herfst. Volgens de lokale weerpraatjesmaker kunnen ijskoude wind en nattigheid nog weken aanhouden. Wanneer er een onaangekondigd zonnetje door het gemiezer breekt is dat dan ook hét moment om erop uit te gaan.
Het gebied ten oosten van de A20 is aan de beurt. Voor de kaartkijkers onder u: we gaan de sfeer proeven in Uzerche, Le Lonzac, Peyrissac, Meilhards en Salon-la-Tour.
Als eerste rijden we naar wat ooit een watermolen was. De Nederlandse eigenaars hebben het voor een, volgens hen bescheiden, bedrag te koop staan. Eenmaal aangekomen blijkt met name het uitgevoerde onderhoud bescheiden. Luiken en schoorsteen klapperen om het hardst in de straffe wind, het arme pandje valt nog nét niet om. Aardig oogt het wel, zolang je het van een flinke afstand bekijkt.
Zulke gevalletjes van pittoreske verwaarlozing zien we vaker. Waarschijnlijk is de bouwval ooit in een opwelling voor een grijpstuiver gekocht: héérlijke vakanties gaan we erin doorbrengen! Maar zoals dat gaat, blijkt er telkens bij aankomst wat te repareren, om maar te zwijgen van het gras dat alwéér een halve meter hoog staat. Op die manier gaat de lol er gauw van af.
Behalve met Nederlanders die hun bezit te koop aanbieden hebben we met makelaars te maken, lieden die tot tien procent van de koopsom in rekening brengen. Daarom loont het om de makelaar te passeren en rechtstreeks met de eigenaar te onderhandelen. Ook wij blijven Nederlanders, nietwaar? Zo’n makelaar, uit ervaring wijs geworden, geeft daarom zelfs met het mes op de keel nog niet de locatie van een huis prijs voordat er iets wordt getekend. Voor ons is het nu de kunst om, aan de hand van een enkele foto, het aangeboden droomhuis te traceren. Soms, doorgaans pas na lang zoeken, lukt dat. Maar vandaag gaat het makkelijk.
Op de terugweg vanaf de watermolen volg ik een plotselinge ingeving en stuur, nogal bruusk, naar rechts een karrenspoor in. Marianne zet zich uit alle macht schrap, terwijl op de achterbank Pluto naar links wordt gelanceerd zodat hij met zijn volle gewicht de sterkte van de zijruit test. Maar nog voordat Marianne mij verwijtend kan aankijken kraait zij al opgetogen “huis!” En warempel staat daar, waar het karrenspoor uitkomt op een geasfalteerd weggetje, een pandje dat op onze lijst van te bezichtigen huizen staat. Tot op dit moment wisten we alleen in welk departement het zich bevond. Het blijkt een alleraardigst, knus en betaalbaar ding. Maar vanwege uitzicht op een bouwput valt het af. We hebben onszelf namelijk in gedachten al een weids uitzicht toebedeeld, als het even kan op een nog onbedorven vallei.
Met dat beeld voor ogen rijden we opgewekt naar huis.
Martijn