Oh, come in dear!
– woensdag 13 mei 2020 –
Sinds eergisteren, maandag 11 mei, mogen we na precies acht weken weer op pad zonder ingevulde papieren. Dus rijden we vandaag door de werkelijk stromende regen naar een dorp dichtbij en zitten daar even later op de koffie bij een makelaar, die een huis in zijn portefeuille heeft dat we graag willen zien. We bekijken met hem het huis op een groot scherm. Hij weet, nadat hij gehoord heeft wat we precies zoeken, ons er snel van te overtuigen dat het niet geschikt is voor ons. Te klein, veel trapjes, een tuin waarvan één helft aan de overkant van een weg ligt en bijna op schoot bij enkele buren. We gaan niet eens meer kijken.
Wel raadt hij ons twee andere huizen aan. Eén ervan hebben we voor de lockdown toevallig tijdens een tochtje al gezien, waarbij we er omheen liepen. Het plekje is idyllisch met een fantastisch uitzicht en het huis ziet er superromantisch uit. Het kleine logeerhuisje dat er naast staat, is inie-mini en in zeer slechte staat. De makelaar vertelt dat er veel onderhandelingsruimte is, dus willen we graag nog eens kijken. We rijden achter hem aan. Het giet nog steeds. Wij zijn gewend met een sukkelgangetje te rijden, genietend van het landschap, maar de makelaar is natuurlijk gewoon aan het werk en rijdt al gauw de toegestane 90 kilometer per uur over de bochtige, smalle wegen. Martijn moet zich goed concentreren om hem niet uit het oog te verliezen, ook vanwege de zwiepende ruitenwissers. Ik heb het gevoel in een achtbaan karretje te zitten… Enigszins duizelig arriveren we bij het schattige huisje. Ik pak een paraplu, maar kerels doen dat natuurlijk niet. We stappen door het zompige grasland om het huis. Het geheel is werkelijk heel sfeervol, maar we zien steeds meer details die ons zorgen baren. Het is er muf en vochtig. Geen verwarming, behalve één houtkachel. De douchewanden zijn twee meter hoog, daarboven is het open. Er is boven de douche een luchtafvoer. Als ik op zolder loop, zie ik dat die afvoer een gat in de houten vloer is waarin een plastic roostertje gedrukt zit. De vochtige lucht komt dus uit op zolder. Het dak is afgetimmerd met spaanplaat. De keuken is zeg maar ‘eenvoudig’. Enkel glas. Bewegende vloeren. Alles is op te lossen, natuurlijk. Een tijd flink klussen, maar…. de wanden van het logeerhuisje staan schrikbarend bol en moeten volgens de makelaar ook geheel vernieuwd worden. Een geweldige plek, maar hier hebben we een aannemer nodig. Een project dus en dat hebben we niet afgesproken. Het huis wordt verplaatst naar de lijst “afgeschoten”en wij stappen druipend in de auto, onder grote belangstelling van een tiental Limousin koeien…
Achter de coureur-makelaar aan op naar het volgende huis dat aan de rand van een dorp ligt. Kruipdoor, sluipdoor over een smalle weg waarbij we de spiegels moeten inklappen willen we zonder krassen langs de ‘en pierre’ muren komen. Oef, denken we hardop, hoe zal dat met een verhuiswagen moeten? Een groot wit houten hek moet geopend om het pad langs een solide uitziend huis op te rijden. We voelen direct dat dit niet ons huis wordt. Het is degelijk en goed afgewerkt, vast en zeker comfortabel, maar niks voor ons. Tuttig met bogen en een bordes. Bovendien is er beneden de tuin een steengroeve. Onzichtbaar vanuit huis en tuin, maar hoorbaar. Alsof er een mega wasmachine vol keien draait. Dat staat niet in de advertentie…
De makelaar geeft ons nog twee adressen waar we zelf langs mogen rijden om eerst de omgeving te bekijken. Als ons dat bevalt, kunnen we een bezichtiging aanvragen. Een paar dagen later rijden we in een schijnbaar andere wereld. De zon schijnt en de lente barst uit z’n voegen. Het eerste huis van vandaag is gelegen in een bijzonder, soort museumdorp. Het Franse Orvelte zeg maar. We parkeren op het parkeerterrein langs het riviertje. Het toiletgebouw, waar ik natuurlijk weer naartoe MOET, is brandschoon. Na een paar honderd meter langs de kerk, aan de rand van dit dorp ligt een mooi groot herenhuis. Goed onderhouden en ondanks dat het in een dorp ligt, heeft het best een leuk uitzicht en een tuin van 900 vierkante meter. Maar… je moet veel trappen op om bij de woonetage te komen. Die trappen staan niet op ons verlanglijstje. Bovendien zit je in de tuin niet vrij, er loopt aan twee kanten een weg langs. Weer een prachtig huis, maar niet het onze…
Vol goede moed naar het laatste huis voor vandaag. De navigatiestem beveelt ons zwoel “aan het einde van de weg slaat u rrrrrréchtsaf. Uw bestemming bevindt zich aan de línkerrrrrkant”, waarbij ze de klemtoon verkeerd legt. Ik kan de irritante stem al aardig nadoen en probeer het geregeld te zeggen vlak voordat ‘zij’ het roept. Dat vinden we dan wel weer lollig 🙂
Vlak voor de lockdown heb ik via internet contact gehad met een Engelse dame die privé, dus zonder makelaar, een huis te koop heeft. Wel iets boven ons budget, maar ach, wellicht valt er te onderhandelen. We zijn nu alleen van plan de buurt te verkennen en langs het huis te rijden of lopen. De zwoele stem heeft ons echterrrrrr naar de verkeerde kant van het huis gedirigeerd. We rijden een doodlopende zandweg in en zien het huis bovenaan een weiland vol enorme stieren liggen. Keren door blubber en hoog gras en zien hoe we bij het huis komen. Dat lukt en omdat ik ervan uit ga dat de eigenaars in Engeland verblijven, parkeren we vlakbij het huis. Al snel gaat de voordeur open en een oudere vrouw in, hoe zal ik het netjes zeggen, ‘vrijetijdskleding’ waarin alles wat hangerig overkomt, kijkt ons enigszins argwanend aan en vraagt “Cherchez quelque chose?” Wij verontschuldigen ons snel en ik leg uit dat we twee maanden geleden e-mail contact hebben gehad en dat we alleen even de omgeving komen bekijken. Een vrolijk hoofd, dat zonder twijfel aan haar man vast zit, piept net achter haar langs en kijkt ons vrolijk en vriendelijk aan. “Oh, come in dear, you are very welcome!” Binnenkomen willen we niet, omdat we deze oude mensen overvallen met onze aanwezigheid en we de veiligheidseisen van dit moment willen respecteren. Toch staat Maggie, zoals ze zichzelf voorstelt, erop dat we de gastenruimte en tuin bekijken. Nou, dat willen we eigenlijk maar wát graag, maar we houden flink afstand van haar. Binnen is het donker en gedateerd. De familie heeft er 27 jaar gewoond. Elke zomer komen alle kinderen en kleinkinderen logeren, een heerlijke gedachte. De tuin vinden wij een heerlijke vrijheid uitstralen met fruitbomen, leuke zithoekjes, een geweldig uitzicht over het achterliggende weiland met stieren en een mooi 8-vormig zwembad. “Het liefst spring ik er zonder kleren in”, vertelt Maggie, “maar we hebben nieuwe buren en daarom durf ik het niet zo goed”. Het grasveld is vol met diepe kleine kuilen. Maggie vertelt dat ze de vorige avond, toen ze aan het koken was, ineens oog in oog stond met een enorme stier die bij haar keukenraam naar binnen gluurde. Toen ze goed keek, zag ze er een stuk of negen broers en zussen achter staan! De runderen vonden waarschijnlijk de geur van de gebakken ‘sausages’ van Maggie aantrekkelijk en hadden een gat in de omheining gemaakt. Gauw de boer gebeld die alle loeibeesten rap weer de wei in heeft gebonjourd. De volgende dag ontdekten ze dat hun gazon in een poffertjespan was veranderd met hier en daar een geurig aandenken. Het lieve echtpaar babbelt nog zeker twee uur met ons in de tuin over hun leven. We beloven gauw iets van ons te laten horen en nemen met moeite afscheid.
Marianne