Contrast
– woensdag 11 maart 2020 –
Het zorgde wel voor commotie, het artikel “Lijk in de kelder”, waarin we het middeleeuwse huis omschrijven dat we zo verschrikkelijk mooi vinden. We hebben gewikt en gewogen, ons hart en ons verstand vochten om het hardst. Het verstand heeft gewonnen, jammer voor het hart.
We zijn het gelukkig (bijna) altijd eens samen. Met pijn in datzelfde hart hebben we de sympathieke eigenaars laten weten dat we hun huis bij Saint-Bonnet-la-Rivière niet kopen. Maar het zal ons aan het hart (alwéér dat hart) gaan als we deze gezellige mensen niet vaker zullen ontmoeten. Dat is gelukkig wederzijds, dus daarvoor moeten we gaan zorgen.
Onze zoektocht is een hele klus en administratie op zich. We speuren ieder voor zich geregeld op allerlei websites naar huizen in de regio. Wat we de moeite waard vinden om nader te bestuderen, zetten we in een digitaal notitieboek onder het hoofdstuk “huizen, nog uitzoeken”. Om de paar dagen gaan we deze lijst samen uitvoerig bekijken. Elk huis wordt dan beoordeeld op in een eerder verhaal genoemde criteria waarbij als één van ons het om wat voor reden dan ook niet aantrekkelijk vindt, het huis in de digitale prullenbak verdwijnt. Bij ons is dat het hoofdstuk “afgeschoten huizen”. Als het huis wel de toets doorstaat, verhuist het naar het simpele “huizen”. Deze goedgekeurde huizen worden dan ook nog in Google Maps gezet door middel van het plaatsen van een hartje (favoriet) op geografisch de juiste plaats. Zo kunnen we tochten plannen langs dorpjes waar deze favorieten zich bevinden. De omgeving en de dorpjes hebben een sfeer die we proeven. Ook het landschap wordt aan ons kritisch oog onderworpen.
We houden inmiddels heel veel van het gebied waar we tijdelijk wonen. Ik vraag me af, komt dat omdat het simpelweg zo fantastisch is of wordt onze beleving mede gevormd door gewenning? Het is hier vertrouwd en we kennen de vele kleine wegen, de dorpjes en de fabelachtige uitzichten.
Pluto mag vandaag spelen bij Buddie en Gala, de honden van onze gastheer. Wij hebben een afspraak met Jennie in Saint Séverin, een dorp ruim honderd kilometer naar het westen. Zij heeft haar huis te koop staan. De rit ernaartoe is genieten, zelfs het gedeelte autoweg is zeer rustig, vrijwel zonder vrachtverkeer. De rest gaat over kronkelwegen door het heuvellandschap, de bossen, de weilanden, dorpen en gehuchten, we kunnen er niet genoeg van krijgen. En dat is maar goed ook want we zijn hier nog láng niet klaar.
We zijn al bijna op de goede plek als we zo’n honderd meter van de weg een enclave spotten met enkele tientallen grote caravans met enorme schotelantennes, oude zwarte auto’s, waslijnen met veel wasgoed, rondslingerende jerrycans en andere plastic zooi. Zigeuners. Die mensen moeten ook ergens wonen, zal Jennie straks zeggen. Een halve kilometer later zien we een soortgelijke gratis kampeerplek maar iets bescheidener en iets verderop nog een kleintje. Mwa, het maakt ons toch een tikje zenuwachtig.
Het huis van de Amerikaanse Jennie Vercouteren (ja,ja, getrouwd met een Belgische hartenbreker) vormt het grootste contrast dat je maar denken kan met het vorige huis. Het is een in gebroken wit gepleisterde semi-bungalow uit 1976, gebouwd door de toenmalige burgemeester van het dorp. Hij heeft zich destijds het mooiste en hoogste plekje uit de omgeving toegeëigend waarop hij een degelijk huis liet bouwen waar hij veertig jaar woonde. Jennie en haar man kochten het huis een paar jaar geleden van de kinderen van de burgemeester en zijn begonnen met moderniseren. Nieuwe septic tank, nieuwe badkamers, nieuwe elektra, waterleidingen en twee warmtepompen nota bene. Kipjes in de grote geheel omheinde tuin met foeilelijke coniferen maar ook fruitbomen. Een fabelachtig uitzicht rondom. Goudvissen in een kitscherige vijver vindt ze zelf erg leuk, maar die zullen wij als eerste ter adoptie afstaan als wij eigenaren zouden worden.
Het huis is gelijkvloers en comfortabel met twee grote slaapkamers, twee badkamers. Het verfwerk is slecht. Witte latex slordig op de van oorsprong bruine gefineerde keuken, deuren en kozijnen geklodderd. Dat valt allemaal te verhelpen. Het bijgebouwtje is klein en in slechte staat. Dat is een tegenvaller, want een accommodatie voor gasten is voor ons een voorwaarde. Toch valt er misschien een leuke gîte van te maken. Het ronde zwembad wilden ze afbreken maar dat is halverwege gestaakt. Wellicht te herstellen?
Via een pad is het een kwartier wandelen langs weilanden en een zonnebloemenveld naar Saint Séverin, een actief en levendig dorp met een bakker, een Spar, kerk, café, de Mairie uiteraard en 733 inwoners. Het ligt dertien kilometer van Ribérac, een stadje met nog veel meer voorzieningen.
Het is niet het gedroomde romantische ‘en pierre’ huis, er moet nog een logeerhuisje gemaakt, maar dit huis lijkt een kanshebber.
Marianne